Dit derde boek van Mary Biezeman-Roest gaat over verlies en rouw. Niet alleen na het overlijden van een mens die veel voor je betekende, maar ook na een scheiding, door ziekte, de dood van een huisdier of soms 'gewoon' maar doordat je gaat verhuizen. Ook het verlies van je kindertijd, of het verlies van werk of van een voorwerp of sieraad dat je erg dierbaar was, kan een vorm van rouw opleveren. Niet iedere vorm van rouw hoeft even zwaar te zijn of even lang te duren - ieder mens verwerkt een verlies op een andere manier.
Mary Biezeman-Roest volgt bij benadering de rode draad van verliezen in een mensenleven. Tevens beschrijft ze heel verhelderend dat ieder verlies zijn eigen verdriet kent: het soort verdriet, de mate van verdriet verschillen immers ook.
Dit boek is zowel nuchter als po?tisch: nuchter omdat de auteur vanuit haar praktijk als hulpverlener de zaken niet triest of ingewikkelder maakt dan ze al zijn; po?tisch omdat ze met een verrassent inlevingsvermogen beschrijft wat mensen kunnen voelen en hoe dat gevoel na een verlies soms weg is en aan ineens weer intens aanwezig blijkt te zijn.
Het boek biedt vooral troost: wie denkt alleen te staan in zijn of haar verdriet kan steun vinden; wie twijfelt of onzeker is, kan via dit boek wellicht een weg vinden om uit het verdriet te komen.
Ieder verlies kent zijn eigen verdriet
Onderwerp van Anoniem